Veel mensen leven met een geloof dat vooral gericht is op troost, richting en kracht voor het hier en nu, maar missen de diepe verwachting dat de dood niet het laatste woord heeft. Dit soort geloof is functioneel en biedt houvast, maar blijft steken in een halfvolle hoop die niet durft te verwachten dat God werkelijk alles nieuw maakt. Paulus daagt ons uit om niet alleen te geloven voor vandaag, maar te leven met de zekerheid dat het beste nog moet komen, dat de opstanding van Christus ook onze toekomst bepaalt. [45:06]
1 Korintiërs 15:12-22 (NBV21) 12 Maar wanneer nu over Christus wordt verkondigd dat hij uit de dood is opgewekt, hoe kunnen sommigen van u dan zeggen dat de doden niet zullen opstaan? 13 Als de doden niet opstaan, is ook Christus niet opgewekt. 14 En als Christus niet is opgewekt, dan is onze verkondiging zonder inhoud en uw geloof zinloos. 15 Dan blijken wij als getuigen van God over hem te hebben gelogen, omdat we verklaard hebben dat hij Christus heeft opgewekt. Want als er geen doden worden opgewekt, dan kan hij dat niet hebben gedaan. 16 Wanneer de doden niet worden opgewekt, is ook Christus niet opgewekt. 17 Maar als Christus niet is opgewekt, is uw geloof nutteloos; u bent dan nog een gevangene van uw zonden. 18 Dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn verloren. 19 Als wij alleen voor dit leven op Christus hopen, zijn wij de beklagenswaardigste mensen die er zijn. 20 Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen. 21 Want zoals de dood er is gekomen door een mens, zo is ook de opstanding uit de dood er gekomen door een mens. 22 Zoals allen sterven in Adam, zo zullen allen ook tot leven komen in Christus.
Reflectie: In welk gebied van jouw leven merk je dat je vooral gericht bent op troost en houvast voor het hier en nu, en durf je God te vragen om je verwachting te vullen met hoop op wat nog komt?
Day 2: God vraagt om verwachting, niet alleen overleven
In het visioen van Ezechiël wordt duidelijk dat God niet alleen vraagt om vol te houden in moeilijke omstandigheden, maar om te verwachten dat Hij leven kan brengen waar alles dood lijkt. Ezechiël staat in een dal vol dorre beenderen en zijn antwoord op Gods vraag is eerlijk: “Heer, dat weet U alleen.” Dit is geen opgeven, maar een open deur voor God om te werken, een houding van hoopvol overgeven in plaats van houdvol opgeven. Juist in het erkennen van onze eigen onmacht en het openhouden van de deur voor Gods ingrijpen, begint de verschuiving naar volmaakte hoop. [51:46]
Ezechiël 37:1-14 (NBV21) 1 De hand van de HEER kwam op mij. Hij bracht mij in de geest van de HEER naar buiten en zette mij neer in het midden van een dal; dat lag vol beenderen. 2 Hij liet mij er aan alle kanten omheen lopen. Ik zag dat er verspreid over het dal heel veel beenderen lagen, en ze waren volkomen uitgedroogd. 3 Hij vroeg mij: ‘Mensenkind, kunnen deze beenderen weer tot leven komen?’ Ik antwoordde: ‘Heer GOD, dat weet u alleen.’ 4 Toen zei hij: ‘Profeteer over deze beenderen en zeg tegen ze: Dorre beenderen, luister naar de woorden van de HEER! 5 Dit zegt God, de HEER, tegen deze beenderen: Ik ga jullie adem geven zodat jullie tot leven komen. 6 Ik zal pezen op jullie leggen, vlees op jullie laten groeien en jullie met huid overtrekken. Ik zal jullie adem geven zodat jullie tot leven komen. Dan zullen jullie beseffen dat ik de HEER ben.’ 7 Ik profeteerde zoals mij was opgedragen. Zodra ik dat deed, hoorde ik een geluid, een geruis van beenderen die naar elkaar toe bewogen en zich aan elkaar voegden. 8 Ik zag pezen zich aanhechten, vlees groeien en huid eroverheen trekken. Maar ademen deden ze nog niet. 9 Toen zei hij tegen mij: ‘Profeteer tegen de wind, profeteer, mensenkind, en zeg tegen de wind: Dit zegt God, de HEER: Kom uit de vier windstreken, wind, en blaas in deze doden, zodat ze tot leven komen.’ 10 Ik profeteerde zoals hij mij gezegd had, en de lichamen werden met adem gevuld. Ze kwamen tot leven en gingen op hun voeten staan: een onafzienbare menigte. 11 Hij zei tegen mij: ‘Mensenkind, deze beenderen zijn het volk van Israël. Ze zeggen: Onze beenderen zijn verdord, onze hoop is vervlogen, onze levensdraad is afgesneden. 12 Profeteer daarom en zeg tegen hen: Dit zegt God, de HEER: Mijn volk, ik zal jullie graven openen, ik laat jullie uit je graven komen en ik zal jullie naar het land van Israël terugbrengen. 13 Jullie zijn mijn volk, en jullie zullen beseffen dat ik de HEER ben als ik je graven open en jullie uit je graven laat komen. 14 Ik zal jullie mijn adem geven zodat jullie weer tot leven komen en ik zal jullie vestigen in jullie land. Dan zullen jullie beseffen dat ik, de HEER, heb gesproken en het ook doe – spreekt de HEER.’
Reflectie: Waar in jouw leven zie je vooral dorheid of uitzichtloosheid, en kun je vandaag tegen God zeggen: “Heer, dat weet U alleen,” als een gebed van hoopvol overgeven?
Day 3: Het geloof in het “maar” – het evangelie in één woord
Het kleine woordje “maar” verandert alles: waar wij een punt zetten, zet God een komma. Paulus is niet bang voor het “maar”, want het is het hart van het evangelie: “Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt.” Dit “maar” is de adem van God die door het dal van de dood waait, het begin van een nieuw verhaal dat sterker is dan elk einde. Het geloof in het “maar” nodigt uit om niet te blijven hangen in herkenning en troost, maar om verwachting te spreken en te leven vanuit de opstandingskracht van Christus. [01:09:26]
1 Korintiërs 15:20-22 (NBV21) 20 Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen. 21 Want zoals de dood er is gekomen door een mens, zo is ook de opstanding uit de dood er gekomen door een mens. 22 Zoals allen sterven in Adam, zo zullen allen ook tot leven komen in Christus.
Reflectie: In welke situatie kun jij vandaag het “maar” van het evangelie uitspreken – niet als ontkenning van je pijn, maar als geloof dat God het laatste woord heeft?
Day 4: Leven met verwachting verandert alles in het hier en nu
Een leven dat gelooft dat de dood niet het laatste woord heeft, ademt verwachting en is geworteld in de overtuiging dat wat hier gebroken is, daar geheeld wordt. Dit geloof durft te lijden, te verliezen en zelfs te sterven zonder de hoop te verliezen, want het weet dat het beste nog moet komen. Het verandert hoe je omgaat met verdriet, ziekte, verlies en teleurstelling: niet door weg te kijken, maar door er dwars doorheen te geloven dat God alles nieuw maakt. [58:02]
Romeinen 8:18-25 (NBV21) 18 Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard. 19 De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn. 20 Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen. Maar er is hoop, 21 omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen wordt geschonken. 22 Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt. 23 En dat niet alleen, ook wij zelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten in onszelf, in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn: de verlossing van ons sterfelijk bestaan. 24 In die hoop zijn wij gered. Als we nu al zouden zien waarop we hopen, zou het geen hoop meer zijn. Wie hoopt er nog op wat hij al kan zien? 25 Maar als wij hopen op wat nog niet zichtbaar is, blijven we in afwachting daarvan volharden.
Reflectie: Welke situatie in jouw leven vraagt vandaag om een houding van verwachting, waarin je niet wegkijkt van het lijden, maar vertrouwt dat God het zal vernieuwen?
Day 5: Profeteer leven – spreek verwachting uit over je situatie
God nodigt je uit om niet alleen te bidden voor kracht in het hier en nu, maar om te durven spreken en bidden met verwachting: “Heer, adem opstanding in mijn leven.” Door te profiteren – te spreken in geloof – over je halfvolle hoop, geef je ruimte aan Gods Geest om nieuw leven te brengen, zelfs waar alles dood lijkt. Dit is het moedige gebed dat zegt: “Ik ben halverwege, maar adem opstanding in mijn geloof.” Zo wordt het geloof niet alleen houdvol, maar hoopvol, en verandert alles in het hier en nu. [01:24:09]
Filippenzen 1:6 (NBV21) 6 Ik ben ervan overtuigd dat hij die in u een goed werk is begonnen, het ook zal voltooien op de dag van Christus Jezus.
Reflectie: Over welk gebied van jouw leven kun je vandaag in geloof uitspreken: “Heer, adem opstanding in mijn halfvolle hoop,” en durf je te verwachten dat God het zal voltooien?
Sermon Summary
Vandaag stonden we stil bij de diepe beweging die God in ons leven wil brengen: de shift van een geloof dat vooral gericht is op het hier en nu, naar een geloof dat leeft vanuit volmaakte hoop op de opstanding. Door de hele Bijbel heen zien we hoe God mensen verschuift—van angst naar vertrouwen, van regels naar relatie, van dood naar leven. Geloven is geen statisch bezit, maar een levend proces van verandering, groei en verwachting. Paulus confronteert ons in 1 Korintiërs 15 met de vraag: bouwen we ons geloof op een halfvolle hoop, gericht op troost en kracht voor vandaag, of durven we te leven vanuit de verwachting dat de dood niet het laatste woord heeft?
Het is verleidelijk om ons geloof vooral te laten draaien om het functioneren in het hier en nu: troost bij verlies, richting bij verwarring, kracht bij moeite. Maar als onze hoop stopt bij het tijdelijke, missen we de volheid van het evangelie. Paulus noemt dat zelfs beklagenswaardig: een geloof dat mensen helpt te overleven, maar niet leert te verwachten. God nodigt ons uit om verder te kijken, om te geloven dat er een opstanding komt, dat het beste nog moet komen. In het visioen van Ezechiël zien we hoe God leven blaast in dode beenderen—een beeld van hoop die verder reikt dan het zichtbare.
De shift van houdvol naar hoopvol begint vaak in het midden van onze twijfel, waar we niet vol overtuiging kunnen zeggen “ja Heer, natuurlijk kan het”, maar ook niet cynisch zijn. Juist daar, in het halfvolle, is ruimte voor God om binnen te komen en nieuw leven te geven. God vraagt ons niet om alles te begrijpen, maar om de deur op een kier te houden voor Zijn toekomst. Het geloof in de opstanding verandert hoe we omgaan met verlies, pijn, ziekte en zelfs de dood. Het leert ons te leven met open handen, in het vertrouwen dat wat hier gebroken is, daar geheeld wordt; wat hier eindigt, daar voltooid wordt.
We mogen het “maar” van het evangelie niet vergeten: “Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt.” Dat “maar” is de komma van God in ons verhaal, het begin van een nieuw hoofdstuk, de adem van hoop in ons bestaan. Laten we durven spreken, durven verwachten, en leven met volmaakte hoop—want shift happens, en het beste moet nog komen.
Key Takeaways
1. Van halfvolle naar volmaakte hoop Het geloof dat zich alleen richt op troost, kracht en richting voor het hier en nu, blijft steken in een halfvolle hoop. God nodigt ons uit om te leven vanuit de verwachting van de opstanding, waardoor ons perspectief verschuift van overleven naar verwachten. Dit vraagt om een openheid voor het onbekende en een vertrouwen dat God het verhaal afmaakt, zelfs als wij het niet zien. [45:06]
2. Het “maar” van het evangelie Het kleine woordje “maar” is het hart van ons geloof: “Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt.” Dit “maar” is Gods komma waar wij een punt hadden gezet, het begin van een nieuw verhaal dat sterker is dan elk einde. Het herinnert ons eraan dat geen situatie definitief is, want God heeft altijd het laatste woord. [69:26]
3. Ruimte voor God in het halfvolle Ezechiël’s antwoord “Heer, dat weet U alleen” is geen zwakte, maar juist de plek waar de shift begint. In het halfvolle, waar hoop en twijfel samenkomen, ontstaat ruimte voor God om te bewegen en nieuw leven te geven. Het is niet opgeven, maar hoopvol overgeven aan Gods mogelijkheden, zelfs als wij het niet kunnen overzien. [51:46]
4. Leven met verwachting beïnvloedt het nu Wie leeft vanuit volmaakte hoop, durft te lijden, te verliezen en zelfs te sterven zonder de hoop te verliezen. Het geloof in de opstanding verandert hoe we omgaan met pijn, verlies en gebrokenheid: wat hier stuk gaat, wordt daar hersteld; wat hier eindigt, wordt daar voltooid. Deze verwachting geeft moed, vrijheid en dankbaarheid in het dagelijks leven. [58:02]
5. Durf te spreken en te bidden met hoop God nodigt ons uit om te spreken tegen onze halfvolle hoop, om te profiteren en te bidden: “Adem opstanding in mijn leven.” Onze gebeden mogen verder reiken dan het hier en nu, en gevuld zijn met opstandingskracht en eeuwigheidsperspectief. Zo worden we mensen die niet alleen overleven, maar leven met volmaakte hoop.
Jezus, daarmee begonnen we deze serie. Jezus die zei ooit tegen de fariseer en Nicodemus, Johannes 3 vers 16, die kennen we waarschijnlijk allemaal. Want God had de wereld zo lief, dat hij zijn eindige zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. En het klinkt zo mooi en juist ook op een dag zoals deze. Maar wat we ons moeten realiseren is dus, ik zeg het elke keer weer, Jezus sprak hier met een diep gelovig mens. [00:36:19]
En Paulus helpt ons ermee. Dus in deze serie kijken we naar allerlei dingen die Paulus zo zegt. Hij verkondigt dan ook een aantal serieuze veranderingen ten opzichte van hoe mensen het altijd geloofden. En Paulus was hoopvol, want hij zei, ik ben ervan overtuigd dat hij die in u een goed werk begonnen is, het ook zou voltooien tot aan de dag van Christus Jezus. Shift happened. [00:37:18]
En Paulus helpt ons dus met het bewegen in dit proces als gelovigen. Om de gelovigen te redden. Hij helpt ons met het oude loslaten, zodat de ruimte ontstaat voor de shift. En we begonnen de serie met de shift van wet naar genade. Dus als je het hebt gemist, kijk nog terug. Toen zijn we gaan kijken naar de shift van zelf naar geest. [00:37:55]
En de geest wil, daar hadden we het over gehad de laatste keer, dat je vrij bent en dat je leeft. Dat je vrede mag kennen. En mijn vraag vandaag is eigenlijk heel simpel. Maar is dat het dan? En daar komt de volgende shift. [00:38:20]
Maar wanneer nu over Christus wordt verkondigd dat hij uit de dood is opgewekt, hoe kunnen sommigen van u dan zeggen dat de doden niet zullen opstaan? Als de doden niet opstaan, is ook Christus niet opgewekt. En als Christus niet is opgewekt, dan is onze verkondiging zonder inhoud en uw geloof zinloos. Dan blijkt dat wij als getuigen van God over hem hebben gelogen. [00:38:40]
Maar als Christus niet is opgewekt, is uw geloof nutteloos. Bent u nog een gevangene van uw zonden en worden de doden niet Christus toebehoren, die Christus toebehoren niet gered. Als we alleen voor dit leven op Christus hopen, zijn wij de beklagenswaardigste mensen die er zijn. Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen. Want zoals de dood er is gekomen door een mens, zo is ook de opstanding uit de dood er gekomen door een mens. Zoals allen sterven in Adam, zo zullen allen ook tot leven komen in Christus. [00:39:35]
Hij stelt duidelijk, oké, als de opstanding van de doden niet waar is, dan is ons hele geloof gewoon leeg en zinloos. Dit is geen klein theologisch verschil van inzicht, maar dit raakt diep, persoonlijk. Want dit dwingt ons om eerlijk te kijken naar waar we ons geloof eigenlijk op bouwen. [00:41:45]
En het zou kunnen betekenen, dat je misschien erachter komt, dat je je misschien jarenlang verzekerd hebt van een geloof dat gebouwd is op een half volk. hoop. Dus hier is een vraag voor jou en beantwoord hem in je hoofd. Leef jij met de verwachting dat het leven verder gaat dan dit leven? Durf jij te leven alsof de dood niet het laatste woord heeft? [00:42:15]
Misschien is het een leven dat zich vooral richt op troost, op richting, op morele houvast, op innerlijke rust, op een zinvol bestaan. Een leven waarin we geloven dat God ons helpt in moeilijke tijden. Misschien is het ook een soort van geloof dat vooral bidt om kracht voor vandaag. Misschien is het een manier van geloven waarin we vooral bezig zijn met goed leven, met je best doen, met betekenis vinden in wat je doet en beleeft. [00:43:16]
Je merkte het ook aan hoe we plannen maken, sparen, verzekeren, investeren. Je merkte ook iets van dit geloof aan hoe we succes meten aan stabiliteit, voorspoed en gezondheid. Je merkte dus vooral aan het geloof dat netjes en bruikbaar en functioneel is. Maar het mist ook iets. Hoe mooi het bereiken en verkrijgen van al deze dingen ook is, het heeft iets van een halfvolle hoop. [00:44:14]
En tegelijkertijd kan deze focus ervoor zorgen dat we ergens blijven hangen in een geloof dat veel gaat over het hier en nu. Zo 'n geloof durft niet helemaal te verwachten dat de dood zijn macht verloren heeft. Dus Paulus schrijft even een brief aan deze gelovigen. En hij zei, ik heb gehoord van jullie rare dienst. [00:45:06]
Als we alleen voor dit leven op Christus hopen, halfvolle hoop, zijn wij de beklagenswaardigste mensen die er zijn. Leuke post. Het is het geloof van het hier en nu. Zolang het leven hier maar een beetje lukt. Het is een geloof dat goed functioneert als levensstijl, maar niet als levensverandering. [00:45:47]
En vervolgens bouwen we met dit geloof kerken die preken over een beter leven met God en zelden over het eeuwige leven met Hem. Overleven in het hier en nu is hun evangelie. We bouwen kerken die mensen helpen om te functioneren, maar niet om te verwachten. [00:46:24]
En Paulus zegt dus dat als het daarbij blijft, als er geen echte opstanding is, dan is alles wat we doen uiteindelijk zinloos. En blijven we gevangen van een geloof, gevangenen van een geloof dat troost biedt, maar geen toekomst. We bouwen kerken die mensen leren omgaan met hun verleden, maar niet om te leven vanuit hun toekomst. [00:46:54]
En dan zijn wij, zo zegt Paulus, de beklagenswaardigste... mensen die er zijn, omdat we dachten hoop te hebben. Maar het was halfvol. Shit happens. Hij had het goed. Dus een interessante vraag is, hebben wij nog wel woorden voor wat er komt? Of zijn we vergeten hoe verwachting klinkt? [00:47:29]
En Paulus' woorden laten ons die vraag dus niet ontwijken. En diezelfde vraag stelt God ook al veel eerder aan de profeet Ezekiel. In een dal vol dood en troogte. En lees even mee. Ezekiel 37. Ezekiel had een visioen. En dan ziet hij dit. Ezekiel schrijft, ik werd opnieuw door de hand van de Heer gegeven. Zijn geest voerde mij mee en hij zette mij neer in een dal vol beenderen. [00:48:10]
En op het eerste gezicht lijkt Ezekiel zelf niet van hoop, maar ook niet hopeloos. Hij zit daar precies tussenin. Zeg maar, halfvol. En op het moment dat God hem vraagt, mensen, kind, kunnen deze beenderen weer tot leven komen? Antwoordt hij niet, vol geloof en verwachting, ja, Heer, natuurlijk kunnen ze dat, wat een domme vraag. En hij reageert ook niet cynisch. Nee, dat is onmogelijk. Dus het zit er tussenin, halfvol. [00:49:44]
En heel eerlijk, de strekking van veel van onze gebeden, veel van onze gesprekken, veel van onze liederen, veel van onze theologie is, Heer mijn God, dat weet u alleen. Het is het antwoord van iemand die misschien weinig hoop ziet, maar hoop ook niet uitsluidt, maar houdt vol. Ezekiel ziet de realiteit, een dal vol dode botten en hij voelt de onmogelijkheid daarvan, maar hij houdt de deur op een keer voor God. [00:50:18]
Dus misschien voel jij je ook als Ezekiel. Je ziet alleen maar troogte. Je weet niet of het nog goed komt. Je vraagt je af hoe je in het hier en nu zal overleven. Je ziet weinig hoop, maar je sluit het ook niet uit. Je verlangen om te verwachten is wel ergens stilgevallen. Maar durf je dan nog te zeggen, Heer dat weet u alleen. En het gaat om de toon. Dus niet vanuit houdvol opgeven. Heer, dat weet u alleen. Dus niet vanuit houdvol opgeven, maar vanuit hoopvol overgeven. [00:51:11]
Houdvol is precies dus genoeg ruimte voor God om binnen te komen. Precies genoeg adem voor nieuw leven. Precies genoeg verwachting voor een wonder. En dat is genoeg. En juist daar waar jij denkt, dat je nog maar halverwege bent, dan begint de shift. Want shift happens. Met een F. En het is het begin van volmaakte hoop. Dus laat het vullen, maar beginnen. Dus Ezekiel schrijft verder. Toen zei de Heer, profiteer en zeg tegen deze beenderen. [00:52:24]
Dit zegt God de Heer, beenderen, ik ga jullie adem geven, zodat jullie tot leven komen. Ik zal jullie pezen geven, vlees op jullie laten groeien en jullie met huid overtrekken. Ik zal jullie adem geven, jullie tot leven komen, zodat jullie tot leven komen. Jullie zullen beseffen dat ik de Heer ben. Dus het vullen kan beginnen. Dus God vult en hij vult. En ik profiteerde zoals mij was opgedragen. Zodra ik dat deed, hoorde ik een geluid. En er klonk een geruis van botten die naar elkaar toe bewogen en zich aan een voegden. Het is nog niet helemaal vol, maar zegt misschien een kwad. We zijn goed onderweg. Dus ik zag pezen zich aanhechten en vlees groeien. Ik zag hoe de hout over de botten heen trok. Maar ademen deden ze nog niet. Misschien zijn we nu half vol. Misschien iets meer. En toen zei de Heer tegen mij, profiteer tegen de wind. Profiteer mensenkind. En zeg tegen de wind, dit zegt God de Heer. Kom uit de vier windstreken, wind, en plaats in deze doden, zodat ze weer gaan leven. [00:52:57]
Ze kwamen tot leven en gingen op hun voeten staan. Een onafzienbare menigte. En je zou denken dat het vol is, maar nog niet helemaal. Het is nog, we zijn er bijna. Maar dan zegt hij tegen mij. Mensenkind, deze beneren zijn het volk van Israël. Het zegt, onze botten zijn verdoord. Onze hoop is vervlogen. Onze levenstraat is afgesneden. Profiteer daarom en zeg tegen hen. En hier komt het. Dit zegt God de Heer, mijn volk. Ik zal jullie graven openen. Ik laat jullie uit de graven komen. Ik zal jullie naar het land van Israël terugbrengen. Dus God sluit het af met een opstanding. Nu is het volmaakte hoop van half vol naar hoop vol. [00:54:47]
Dus jullie zijn mijn volk, zegt God. En jullie zullen beseffen dat ik de Heer ben als ik je graven open en jullie uit je graven laat komen. Ik zal jullie mijn adem geven zodat jullie weer tot leven komen. Ik zal jullie terugbrengen naar je land. En jullie zullen beseffen dat ik de Heer ben. Wat ik gezegd heb, zal ik doen. Zo spreekt de Heer. [00:55:16]
Maar ze missen het leven en de verwachting die voortkomt uit deze volmaakte hoop van de opstanding. Als er geen opstanding is in ons geloof, in onze toekomst, in onze manier van dit leven beleven, dan is alles door en dood. Dan blijven we achter in een mooi skelet van geloof. Maar zonder adem. Maar het is de shift van houdvol naar hoopvol. En dat gaat zo. Heer, dat weet u alleen. En God zegt, klopt. Dus profiteer. Spreek. Zeg tegen die botten dat ze zullen leven. Dus God deelt niet in houdvolle hoop. [00:56:00]
Botten zochten elkaar op, spieren groeiden, vlees kwam terug, adem kwam en leven. En uiteindelijk een opstanding. Het is volmaakte hoop. Van houdvol naar hoopvol. Dus hoe zou een leven uitzien dat wel gelooft, dat de dood niet het laatste woord heeft? Dat leeft met de verwachting dat het leven verder gaat dan dit leven. Nou, zo 'n leven ademt verwachting. Zo 'n leven van volmaakte hoop is geworteld in de diepe overtuiging dat de dood niet is. dood nergens het laatste woord heeft. En dat beïnvloedt alles in het hier en nu. [00:56:44]
Het leeft met open handen want het weet, het weet dat dit is hoe verwachting klinkt. Wat hier stuk gaat, wordt daar hersteld. Wat hier breekt, wordt daar geheild. Wat hier gemist wordt, wordt daar vervuld. Wat hier sterft, wordt daar opgewekt. Wat hier onbegrepen blijft, wordt daar verstaan. Wat hier onaf blijft, wordt daar voltooid. Wat hier losgelaten moet worden, wordt daar teruggegeven. [00:58:11]
Wat hier vermoeid raakt, wordt daar vernieuwd. Wat hier huilt, wordt daar getroost. Wat hier vergeten wordt, wordt daar herinnerd. Wat hier verborgen is, wordt daar zichtbaar. Wat hier gevangen is, wordt daar vrij. Wat hier stilvalt, wordt daar lofzang. Wat hier klein lijkt, wordt daar groot in Gods ogen. Wat hier tekort schiet, wordt daar overvloed. Wat hier eindigt in vragen, wordt daar vervuld in antwoorden. Wat hier in donker blijft, wordt daar verlicht. Wat hier gezeid wordt, komt daar tot volle bloei. Wat hier gezocht wordt, wordt daar gevonden. Wat hier tijdelijk is, wordt daar eeuwig. En wat hier wordt verwacht, wordt daar werkelijkheid. Zo klinkt verwachting. [00:58:32]
Niet in ontkenning leven van wat hier allemaal gebeurt, maar ook in vertrouwen leven op wat daar komt. Shift happens. En dat verandert alles. Weet je, mijn excuses, maar neem bijvoorbeeld goddelijke genezing. Weet je, het is een prachtige en krachtige realiteit van Gods Koninkrijk, Jezus genas, de apostelen genasen. En ook vandaag mag er ruimte zijn om te bidden voor genezing. Maar wanneer genezing in het leven het ultieme bewijs of doel van geloof en hoop wordt, verschuift onze focus ongemerkt van de opstanding naar de tijdelijke oplapbeurt. [01:00:01]
En dan missen we precies wat Paulus in 1 Corinthians 15 probeert te zeggen. Onze hoop is niet dat dit lichaam en leven eindeloos gerepareerd wordt in het hier en nu, maar dat het eens volledig zal worden vernieuwd. Het leven van volmaakte hoop kijkt dus dan ook anders naar vertriet, naar ziekte, naar afscheid, naar veroudering, gebroken relaties, onvervulde verlangens, verlies van dromen, de dood van geliefden, stilgevallen gebeden, kwetsbaarheid, eenzaamheid, beperkingen, pijn die blijft. [01:00:43]
Met verwachting. Want ik ben ervan overtuigd dat Hij die in u een goed werk begonnen is, het ook zal voltooien tot op de dag van Christus Jezus. Het leven met volmaakte hoop, dus iemand die zo gelooft, hoeft het hier niet allemaal af te maken. In het hier en nu. Hij of zij leeft vrijmoedig, blijmoedig, dankbaar, vertrouwend met het vaste geloof. Dit is niet het einde, maar het beste moet nog komen. Shift happens. [01:01:35]