Roeping en Inspiratie: Licht in Onze Gemeenschap

Devotional

Sermon Summary

Sermon Clips


Maar het is dan opvallend, wat deze toch overweldigende godsopenbaring, met Jezaja doet. Geen positief warm gevoel, maar hij roept Wee mij. Ik ben verloren, want ik ben een mens met onreine lippen. Het is in dat licht van de eeuwige, dat Jezaja ook zichzelf in een nieuw licht lijkt te zien. Een soort realiteitscheck. [00:35:28]

Want tegenover de eeuwige, en die ultieme wijsheid, goedheid, liefde, kan Jezaja haast niet anders dan constateren dat hij daar tegenover als mens altijd bij tekort zal schieten. Wie ben ik dan? Dat ik dan als een betrouwbaar getuige kan spreken namens de eeuwige. Hoe kan ik koningen en volksgenoten de maat nemen wanneer mijn eigen menselijk spreken altijd onrein, onzuiver is? [00:35:59]

De zeraf komt met een groeiend kooltje van het altaar en raakt daarmee de lippen van Jezaja aan. Vuur dat reinigt, loutert. Jezaja hoeft zich allemaal geen zorgen te maken of hij als mens wel namens de eeuwige kan spreken. God zorgt er zelf voor dat Jezaja een betrouwbaar getuige kan zijn. Als Jezaja zich ook als instrument wil laten gebruiken. [00:36:40]

En bemoedigd kan hij in zijn roeping gaan staan en zegt hij zelf stuur mij. Iets vergelijkbaars lijkt aan de hand te zijn in het andere verhaal van deze morgen over die roeping van Petrus, Jacobus en Johannes. We kennen het ook uit de andere evangelieën maar alleen bij Lucas lezen we over de interactie tussen Jezus en tussen Petrus. [00:37:14]

En dan gebeurt het wonder. Er wordt overvloedig veel vis gevangen. Als die vis dus ook maar iets of een enkel visje gevangen hadden, dan was het al meer geweest dan de nacht ervoor. Dan was al die moeite en die inzet, maar het diepe te varen, niet voor niks geweest. Maar die overvloed aan vis, die volle netten, die staan in geen verhouding tot hun geleverde inzet. [00:38:24]

En dan is het ook overduidelijk dat deze man voor hem, deze Jezus, iets zomaar iemand is. In hem hebben zij met iets groters van doen. Een goddelijke overvloed, een goedheid, liefde, mededogen. En dan komt de reactie van Petrus. Hier voor het eerst ben Lucas Simon Petrus genoemd. De leerling die de rot zal worden van die hele christelijke gemeenschap. [00:39:11]

En net als bij Jezaja werd het Petrus confrontatie met Gods grootheid en goedheid ook een nieuw licht op zichzelf. En hij roept, ga weg van mij hier, want ik ben een zondig mens. De goddelijke grootsheid en de menselijke beperktheid, die passen volgens Petrus niet bij elkaar. Maar, Jezus hoort hier niet. Hij hoort zich niet in te laten met mensen zoals Petrus. [00:39:34]

Mensen die dikwijls fouten maken. Te kort schieten. Niet voldoen aan het ideaal plaatje van wie ze zouden moeten of zouden willen zijn. Maar dan zegt Jezus, wees niet bang. Wees niet. De revrij dat we door die hele Bijbel heen omhooren. Laat je niet door angst of onzekerheid ontmoedigen of vastzetten. Ik ga niet bij jullie weg. [00:40:00]

Maar ik ben juist gekomen om dicht bij de mensen te zijn. En te verlossen van angst, van schuld, van alles wat mensen ervan meer houdt om recht op en vrij te leven. Bij mij is genade en liefde in overvloed. Ruimte om te zijn en om te worden. En direct daarna rupt Petrus en de anderen op. Voortaan zul jij mensen vangen. [00:40:26]

Jezus ziet in deze versjes wat ze kunnen zijn. Hoe zij hun kwaliteiten als versjes in kunnen zetten. Om samen met hem Gods liefde voor de mensen kenbaar en zichtbaar te maken. En voortaan mogen Petrus, Jacobus en Johannes dat wat ze hebben om goede vissers te zijn. Nu inzetten om mensen op te vissen. Mensen weer op het rogen te trekken. [00:40:50]

En het vertrouwen door te geven die zij op hun deur bij Jezus vervoeren. En zo hebben we deze morgen twee maal een roepingsverhaal. Met twee maal een vergelijkbare structuur. God kan of wil niet buiten mensen om. Maar hij doet een beroep op mensen. Hij doet mensen om zich te laten inschakelen voor Gods missie om van deze aarde een leefbare aarde te maken voor al wat leeft. [00:41:15]

Soms door een profetisch tegengeluid te laten klinken tegen alles wat het goede leven bedreigt. En soms door zelf dat stukje aarde waar jij bent, dat goede leven de buurt te laten komen. Door de aandacht en de zorg die je schenkt aan anderen. Door groot of door kleine daden van liefde, vrede en recht. [00:41:45]

Ask a question about this sermon