Diepe Relatie met Jezus: Volgen en Overgave

Devotional

Sermon Summary

Sermon Clips

Dan zeg ik, en soms zeg ik dat maar heel zachtjes. Ja heren, ik zal u volgen. Of ja heren, leer me u te volgen. Dat is heel iets anders dan volger zijn van deze of gene. Gaan we ervoor ontdekken we wel, ja, in hoeveel opzichten dat anders, hoeveel opzichten dat dat verschilt. In elk geval is dit een verschil, als volgeling van Jezus, ken je Jezus wel en Jezus kent jou. Een influencer ken jij niet en hij kent jou niet. Maar Jezus kent jou wel als je hem volgt en jij kent hem. [00:38:32]

Want in eerste instantie zegt Jezus die woorden natuurlijk tegen Petrus. He, hem aan de 21. Petrus, volg mij. En dan blijkt wel dat de Heer Jezus Petrus, ja, tot in zijn nieren kent om zo te zeggen. Want als Petrus met die andere zes discipelen... die hier bij elkaar zijn met z 'n zeven. Als ze met een scheepje met een vis aan land komen, wacht Jezus hen op. Hij wacht op bij een kolenvuurtje. En laat eens zien waarom dat kolenvuurtje plaatsnemen. En dan stelt Jezus aan Petrus drie keer dezelfde vraag. Hebt u mij lief? Zie je wel? Blijkbaar kent Jezus Petrus volkomen. [00:39:24]

En met dat kolenvuur en die drievoudige vraag, laat Jezus merken, Petrus, ik weet dat precies. Ik ken je helemaal, jongen, van binnen en van buiten. Hoe je er blijk van hebt gegeven, Ja, een ontzettende slechte discipel van mij te zijn. Niet in staat om mij te beleiden. Meer jezelf te zoeken en je eigen gemak en eer. Dan de eer van mijn naam. Peter, het lijden van je is verzwaard. Het was al zwaar, nog een keer verzwaard. Door juist nu zich zo van hem te distancieren, maar af te zweren. En dat na drie jaar onderwijs. [00:40:50]

Petrus had drie jaar onderwijs gekregen. Van de beste, van de volmaakte leermeester. De Jezus zelf. En aan het eind van dat, zeg nou maar, opleidingstraject, was dit het resultaat. Nee, nee, nee. Ik ken hem niet. En ik wil hem niet kennen. Klaar. En dan komt er een functioneringsgesprek bij het kolenveur. Nou, je kan de afloop wel raden. Drie jaar opleiding gehad. Dit is het resultaat. Dat wordt een exitgesprek. Petrus, je snapt dat zeker wel. Maar ja, met zulk rendement kan ik niet meer verder. Voor jou een ander. En daar is de deur. [00:41:47]

Hoeveel vragen had Jezus niet aan Petrus kunnen stellen, waarop Petrus had moeten zeggen, nee. Petrus, heb je mij beleden? Nee. Petrus, heb je alles voor me overgaat? Nee. Nou, Petrus dan, kun je beloven dat je het nooit meer zou doen, zo? Kun je me beloven dat dit de laatste keer geweest is? Nee, nee, nee. En dan stelt Jezus juist die ene vraag. De evangelievraag. Petrus, heb je me lief? Dat is nou de enige vraag. Wat Petrus jou op kan zeggen. [00:42:49]

Petrus, kun je me niet missen? Petrus, weet je je zonder mij geen raad meer? Ja. En dan zegt Jezus, volg mij. Wat een wonder, hè? Als je een Petrus herkent. Sinds je tot geloof gekomen, gebracht bent. Maar ook, inderdaad, juist nadat je tot geloof gebracht bent. En je liet Jezus weer in de steek. En je viel weer terug. En je hebt hem weer pijn gedaan. En je kan ook niet beloven, heren. Dat is de laatste keer van nou geweest. Daar zal me nooit meer overkomen. Nou, wat een wonder, hè? Dat hij dan toch nog tegen je zegt. Volg mij. [00:43:15]

Dat is nou bekeering ken je dat dat is een verandering dat is nou bekeering dat je die stem die eerst zo 'n bittere pil voor je is dat die nou zo graag bent gaan horen dat er zo verwonderd over ben heren ik kan dat niet geloven na al mijn afdwalingen na al mijn verzet en na al mijn lelijke dingen en met al mijn verdorvenheden zegt u het toch nog tegen me volg mij en je omhelst het woord dat hij al zo vaak had uitgespugd en je vindt het hele kantoor waar je van nature zo aan hebt kunnen ergeren en aan kan ergeren weet je van bekeering die verandering dat je het wonderlijk en kostbaar en onbegrijpelijk vindt dat je het steeds toch nog weer zegt volg mij en dat zegt hij ook tegen ons en dat zegt hij ook vanmorgen en dat weet ik zeker ik weet ook niet hoe dat misschien deze of geen heeft geleefd in zijn leven tot nou toe dat weet ik niet maar zeker weten Jezus zegt dat ook tegen u en ook tegen jullie vanochtend hoe je dat zo zeker kan weten ook als je weer bent afgedwaald en als je weer denkt ik ben er helemaal niet geschikt voor en het wordt me niet beter ook nou ik weet het zeker even vooral jullie aan die nou een paar jaar blijven slasie hebben gevolgd denk maar aan je doop toen al riep Jezus je volg mij en toen wist hij al precies wat hij aan je had wat had hij aan je nou dit in zonden ontvangen en geboren onbekwaam tot ene geestelijk goed en geneigd tot alle kwaad erger kan het niet en beter wordt het niet en toch zei hij toen al volg mij [00:46:32]

en daar kun je op terugvallen en Rut juist in tijden van twijfel in tijden dat dat schuldbesef je overspoelt in die tijden kun je zelfs niet terugvallen op je beleidenis doen want dan kun je vragen ja waar is dat vuur waar is die kracht en enthousiasme van toen gebleven en de duivel die die durft ook nog gerust te zeggen als je het toch zo moeilijk hebt dat zal dan ook wel nep geweest zijn en zal dan ook wel voor de vorm geweest zijn maar je kunt altijd terugvallen op je doop Gods ontwijfelbaar getuigenis dat hij je wil hebben en dat hij het eerlijk en goed en oprecht met je meent nou valt daar maar op terug Rut hij wil me echt hebben volg me zegt u nou en wie van u zegt het nou na heren wat een wonder dat u dat toen al tegen me zei en wat een wonder dat u het nog steeds tegen me zegt als ik er met horten en stoten achterkom dat ik langs goede volgeling ben dan had ik in het begin dacht als ik er met schade en schande achterkom dat ik meer wegloop dan naar u toe loop wat een wonder het toch nog steeds zegt volg mij hoe staat er ook alweer ik ben de goede herder zegt Jezus ergens ik ben de goede herderijen is ik ben de goede herderijen [00:49:02]

En ik ken mijn schapen en mijn schapen die kennen mij en ik word van de mijnen gekend. Als je daar eens over nadenkt, he. Wonderlijk. Jezus kent me en toch heeft hij me lief. Toch. Want hij kent me, dus hij weet van mijn zwakten en van mijn zonden en hoe ik hem kan kwetsen en wat ik hem al aan kan doen. Hij kent me van nature tot geen goed in staat. Adamskind, hij kent me en toch heeft hij me lief. En ik ken hem en daarom heb ik hem lief. Let op het verschil, he. Hij kent mij en toch heeft hij me lief. [00:50:45]

En ik ken hem en daarom heb ik hem lief. Omdat hij mij eerst heeft liefgehaald. Omdat hij zijn leven als herder heeft gesteld voor de schapen. Om zijn schapen zich ten eigendom te maken. Door de wet van God te voldoen. Door de schuld te betalen. Door aan het kruis te sterven. Door de heilige geest te verwerven. De goede herder stelt zijn leven voor de schapen. Want kijk, daar jullie nou vanmorgen zitten, he. Daar is wel wat aan vooraf gegaan. Daar is aan vooraf gegaan. Dat hij voor je uit de hemel naar de aarde neerdaalde. [00:51:44]

Dat hij van de kribbe door het zeemannee heen zich worstelde. Onder de last van je zonden en de toren gods naar het kruis ging. Dat hij de vloek droeg en de losprijs verwierf. En dat hij de heilige geest verworven heeft. Dat hij je deed opgroeien in een gezin. Waar je zoveel goeds van de Heer hebt gehoord, hebt gezien. Dat die gebeurtenissen liets plaatsvinden waarom je eerst hebt gehuild. En die laten toch zo wonderlijk ten goede gekeerd zijn. Dat hij je opzocht en weer opzocht. En je bleef opzoeken. Ja, en daarom zit je nou hier. Hebt u mij lief? [00:52:40]

En als je dan daarop let, dan is het niet moeilijk om te zeggen. Ja, heren. U die me zo kent en die me zo hebt lief gehad. U die me ten liefste van eeuwigheid hebt gekend. U heb ik lief. Met heel mijn hart. Met heel mijn ziel. Kijk. De volger kent zijn influencer niet. En de influencer kent zijn volgers niet. Maar de volgerling kent Jezus. En Jezus kent zijn volgerlingen. Het hart van het christelijk geloof is niet dat je je houdt aan een set leefregels. Wat strakker dan de meeste mensen doen. Nee, het hart van het christelijk geloof is van hem gekend zijn en hem te kennen. Dat is Jezus. De goede herder. [00:53:29]

En hij zegt het vanmorgen, hij zegt het tegen u, hij zegt het tegen ons allemaal. Volg mij. Nou, wat volgen is in de tweede plek. Een paar dingen zijn erover te zeggen vanuit Johannes 21 en het hele Johannes evangelie. Eerste, dat is een beetje het schakeltje tussen punt 1 en punt 2 kun je ook zeggen. Ja, wat is volgen nou? Het eerste wat ik moet zeggen is, dat is noodzakelijk. Jezus volgen is noodzaak. Maar er is een groep wandelaars die in het oerwoud zit. Die in een groot oerwoud echt helemaal verdwaald is. Geen besef heeft welke kans op moeten hoe ze eruit kunnen komen. [00:54:35]

Dichtbegroeid oerwoud van, noem maar op, midden -Colombia, om maar wat te zeggen. Modderpoelen, rivieren, roofdieren, roofbenders die rondlopen, midden in het oerwoud. Komt een renningsteam aan met een gids die een wandelaars heeft gelokaliseerd en heeft weten te vinden. En die gidsen tegen die wandelaars, volg mij. Ik kap een pad door het oerwoud, ik weet de weg om eruit te komen. Loop maar achter mij aan, volg mij en ik breng je uit het oerwoud. Dat is maar niet een optie. Zo van, nou ja, dat is een mogelijkheid. Zo van, nou ja, dat is een mogelijkheid. [00:55:19]

Er zijn er nog vijf anderen ook en dan kom je er ook uit. Maar ja, dit is er ook eentje, dus kijk maar waar je kiest. Nee. Dat is noodzaak. Het is of zelf het oerwoudlon blijven dwaalen, wat door een keer verhongerd of door het roofgedierte wordt opgegeten. Of het is de gids horen die zegt, volg mij, ik weet de weg en ik kap de bomen weg en volg mij. Als Jezus zegt, Ik weet het. Volg mij is dat de enige weg voor mensen die in het oerwoud van het leven God zijn kwijtgeraakt. Die hun antenne in Adam voor God verloren zijn en kwijt zijn. [00:55:46]

Terwijl de Satan als een briezende leeuw rondgaat en niet rust voordat hij heeft verslonden en heeft meegesleurd in de eeuwige rampzaligheid. Want als Jezus dan tegen je zegt, volg mij, ik heb de weg gebaand met mijn lijden en sterrenlopsen en ik weet de weg ook, volg mij. Dan is dat niet een van de vijf manieren waarop het goed kan komen. En kies maar welke manier dat mij op past. Nee, dan is dat heel beslist de enige manier om niet in het oerwoud van het leven en in de greep van de duivel voor eeuwig om te komen. Je kan wel andere mensen volgen en een beetje nadoen. [00:56:42]

Je kan zeggen, ik vaar op mijn eigen instinct, op mijn eigen gevoel en wat goed voelt. Je komt er eeuwig bedrogen mee uit. Jezus volgen heeft ook iets in zich van vluchten. Vluchten uit het oerwoud van het verderf. Weg vluchten. Uit de dood. Uit de greep van de Satan. Uit het verderf. Vluchten achter Jezus aan. Nou. Of je dat hebt geleerd. Jezus volgen. Als noodzaak. Voor mijn leven, voor mijn sterven en voor mijn eeuwigheid. Nou, dat is het eerste. Volgen Jezus. Wat is dat? Nou, dat is noodzakelijk. [00:57:25]

Als we verder bij wat nazoeken. Wat is dat dan? Dat volgen van Jezus. Dan zie je in de Bijbel dat volgen en volgen twee verschillende dingen kunnen zijn. Van de scharen staat ook geschreven in de evangelie. En de scharen die volgden Jezus. Ja. Ze hadden een wonderbare broodvermenigvuldigen meegemaakt. En vijf brood, twee vissen. En vijfduizend mensen hadden er meer dan genoeg aan. Ze hadden prachtige preken gehoord. En de scharen die volgden Jezus. Ze wilden nog wel een keer zo 'n wonder meemaken. Ze wilden nog wel een keer zo 'n mooie preek horen. [00:58:30]

De scharen die volgden Jezus. Duizenden. Maar hoeveel waren er over aan het eind? Hoeveel waren er nog over aan het eind? Nog geen handvol. En velen hadden groepen weg met hem, kruisigd hem. Toen het erop aankwam. Ja. En toch staat er dat ze hem een tijdje gevolgd hebben. We hebben ook mensen in de Vrijheid tegen die Jezus willen volgen. Maar onder bepaalde voorwaarden. De rijke jongeling. Die wil Jezus wel volgen om het eeuwige leven te beërven. Maar hij moet niet zijn bezit op moeten geven. [00:58:54]

Dan gaat hij bedroefd maar weer weg van de Heer Jezus. Want dat is nou weer een beetje... Dat grijpt te diep in. En er is een man die neemt toe. Hij zegt, ik wil u volgen. Maar laat me eerst toe dat ik mijn vader begraaf. Eerst dit. En later komt het er wel van. En dan moet je Jezus volgen. En de Heer Jezus zegt dan... Bedenk wel, ik heb geen plaats om mijn hoofd neer te leggen. Ik ben een zwerver op de aard rond. En dan zie je er toch maar vanaf. Kijk, blijkbaar. Jezus volgen en Jezus volgen... Dat is nog niet altijd hetzelfde. [00:59:38]

Want er staat van heel wat mensen, gesleefd evangelieën... Dat zij Jezus volgden, maar het was maar voor een tijdje. Het was maar... Ze wilden het wel, maar onder bepaalde condities en voorwaarden. Alles goed en wel om God te dienen, Jezus te volgen. Maar ook met mijn geld doe, daar ga ik over. Daar laat ik me niks over zeggen. Als het wel om Jezus te volgen, maar hoe ik me kleed, dat vind ik iets van mezelf. Dat hoeft Jezus me niet te vertellen. Dat hou ik voor mijn eigen. Als het wel om Jezus te volgen, maar voor mijn werk, daar kies ik voor. [01:00:13]

En daar moet Jezus buiten blijven. Als het wel om Jezus te volgen, maar niet in het buitenland. Ik ben een kokkanees en ik blijf hier. Ja. Jezus willen volgen, maar... Onder bepaalde voorwaarden. En binnen mijn grenzen. Dan ben je eigenlijk toch een volger. En geen volgeling. Ik toe om je aan jelike, me deze man een volgeling. Want daarmee is het Iv resonance voor als een volgeling. Dus ik laat zei. Want Jezus volgen als volgeling, dat is hem in alles volgen. Dat is, Heozee, je hele leven in zijn handen geven. Waar wilt u me hebben? Waar wilt u me gebruiken in Nederland of voor een tijdje in Madagaskar? [01:00:41]

Helemaal het Heerde Jezus uit laten maken. Op zijn stem wachten en bereidt hem te volgen waar hij ook heen gaat. Jezus volgen, hè? Hem volgen die altijd letten op de wil van zijn vader. Op wat geschreven stond in de schriften. En mijn ziel u opgedragen, zingt hij ergens. Wil u alleen, wil u altijd en wil u overal behagen. Tot elke prijs. Al wordt mijn zweetbloed. Al moet ik horen, zelfs in de dood toe. Ja, de dood van het kruis. Nooit aarzelend. Nooit zich terugtrekkend. Zo leefde Jezus. Zijn hart vol voor en van de wil van zijn vader. Op elke weg en tot elke prijs. [01:01:14]

En zo trekt hij volgelingen achter zich aan door zijn geest. Hij maakt je zijn beeld gelijkvormig. Hij geeft je de gezindheid die hem eigen was. Die legt hij ook in jouw hart. Heere, waar dan ook, hoe dan ook, tot welke prijs dan ook. Leer me u volgen, waar u ook heen gaat. Daarom is Jezus volgen, ook een radicale breuk met je oude leven. Met het leven wat je van nature het liefst zou willen doen. Met wat je vleesje, met wat voor je vleesloed het fijnste is en zou zijn. Nee, Jezus volgen is een radicale breuk met het leven dat je van nature het makkelijkste en het leukste en het liefste zou willen. [01:01:37]

Jezus volgen, dat is strijd, hè Karin. Strijd tegen alles wat er om je heen op je afkomt. Dagelijke strijd, zoals je zei. Strijd met jezelf. Want Jezus volgen, dat is ook droefheid krijgen over je eigen anderswille en je eigen zwakheid. Jezus volgen, dat is bidden, Heere. Leer me u volgen. Geef me wijsheid. Geef me kracht. Geef me bereidheid. Geef me verlangen. Steeds weer. Wat aan mezelf overgelaten. Komt daar niks van terecht. Nog geen week, nog geen dag, nog geen uur. Ben ik net als Petrus. Heere, trek me. En dan zal ik u nalopen. [01:02:05]

Jezus volgen. Wat is dat? Het is noodzakelijk. Het is maar niet af en toe en voor zwer het uitkomt. Het is algehele overgave. Het is ook... Op je hoeders een voel drie valkuilen. Misschien zijn er wel meer. Maar erover nadenkend en biddend kwam ik in de Bijbel en bij mezelf drie valkuilen tegen bij dat volgen. Het eerste valkuil, en voorals je al beleids hebt gedaan, moet je er maar zo letten, is afdwalen. Je eigen plan gaan trekken. Je eigen zin gaan doen. Ergens weet je wel van, nou ja, dit is niet helemaal in de haak. Maar goed, ben het toch gaan doen. [01:02:44]

En dan moet je zeggen, ja, waar ik nou ben, waar ik nou mee bezig ben, staan daar nu ook de voetstappen van de Heer Jezus. Is Hij me daar ook al voor geweest, zodat ik een gevolg ben? Of is het echt een eigen gang en een eigen keus voor mij? Dat je moet zeggen, nee, hier staan Jezus' voetstappen niet. Vraag je dat eens af. Als je met hart en ziel de Champions League volgt, is Jezus hier nou ook geweest. En zou er ook zo van genoten hebben. Als je overweegt naar een tentfeest of naar een stadion te gaan, is Jezus daar nou ook geweest. Zult je er ook zo van genoten hebben van die sfeer daar? [01:03:19]

Of ben ik afgedwaald? En waar ik nou ben en wat ik nou doe, daar staan niet de voetstappen van de Heer Jezus. Afgedwaald. Tweede valkuil is ook zeggen dat je achterblijft. Je vertraagt. Je verslapt. Je laat het maar een beetje bij het oude. Dat bevalt wel goed en dat is wel makkelijk. En je loopt achter. Je versloft in het gebed. Je maakt natuurlijk over duizenden en één dingen. Maar het volgen van de Heer Jezus is de ondergaan leiden. Je bidt niet vurig meer, je zoekt niet zo vurig meer. Het verlangen hebt weg, het berouw is ondiep geworden. Je bent achtergebleven. [01:03:44]

Jezus had een heel eind verder gegaan. En ik ben in lauwheid en in laksheid achtergebleven. Dat is ook een valkuil. De derde van de Zouder Christus andersom, dat is vooruitlopen. Ik weet al precies hoe het moet. Zo moet het, en dan moet ik gaan doen, en dan moet er gebeuren. En dan wals op zijn pootjes terecht. Liefst zo gauw mogelijk, zo wil ik hem dienen, en daar en dan, en het liefst nu. Ik heb mijn plannen klaar, en zo moet het gaan, en zo moet het slagen, want dit is het beste. Ik loop al een heel eind vooruit. En Jezus, die wacht nog, dat ik het hem heb voorgelegd. [01:04:21]

En dat ik ga vragen wat hij ervan vindt, of dat nou ook echt het beste is. Wat ik wil, en wat ik dacht, en wat ik vind, dit is het beste. Ik ben hem al een heel eind vooruitgelopen. En ik heb hem nog lang niet gevraagd, Heer Jezus, wat vindt u er nou van? Kunt u dit nou gebruiken? Wilt u dit nou? Drie valkuilen. Nou, als je de blijdens hebt gedaan, je kan zijn afgedwaald. Je kan zijn achtergebleven. Je kan vooruitgelopen zijn. Daarmee raak je Jezus wel uit zicht. Daarmee verdwijnt Jezus wel uit het vizier. Zijn omtrekken worden vager en vager, en zijn invloed wordt minder en minder. [01:04:58]

Waar vind ik hem dan weer? Waar vind ik Jezus terug? Waar zie ik zijn voetstappen weer? Nou, er is één plek waar je hem altijd weer vinden zult. Er is één weg, kun je de klok opgelijk zetten, waarbij je zeker weet, daar kom ik hem weer tegen. Je kunt hem altijd vinden in zijn gemeente, in zijn dienst. Daar is hij. Zijn weg leidt altijd langs de oasis van de gemeente en van de kerkdienst, van de erediensten. Twee keer per zondag. Jezus volgen. Waar vind ik hem weer? Door twee keer per zondag daar te zijn, waar hij in elk geval is. In zijn gemeente. [01:05:14]

Want daar is hij weer. In zijn woord. In zijn dienst. In zijn gemeente. En daar roept hij je weer, als je afdwaalde, als je achterbleef, als je vooruit bent gelopen, daar roept hij je weer terug aan zijn voeten. Met schuldbeleidenis en met verwondering. En dan kan hij je in een volle kerk onder vier ogen nemen. En hij doet je met berouw over je zonde tot hem terugkeren. Hij maakt je van harte en naar God bedroefd. En het doet je begeren en smeken om hernieuwde vergeving en om hernieuwde genade. Dat is Jezus volgen. Ken je dat? Kent u dat? Dat is Jezus volgen. [01:05:50]

Laatste waar je over Jezus volgen kan en moet zeggen. Het vierde dus. Jezus volgen dat wordt beproefd. Als je wilt kiezen voor het makkelijkste leven, met het meest oppervlakkig plezier, dan moet je niet Jezus volgen. Want Jezus volgen brengt je in beproeving. Ergens anders staat in de evangelie, dan zegt Jezus, wie achter mij wil komen, die nemen zijn kruis op en die verlogenen zichzelf en volgen mij. Dat is je kruis op je nemen en jezelf verlogenen. Nee zeggen tegen jezelf. Nee zeggen tegen wat soms het makkelijkste is. Nee zeggen tegen wat voor je vlees lood het aangenaamste is. [01:06:41]

Let dan ook even op wat er voor onze tekst staat in vers 19. We hebben alleen maar de laatste twee woordjes, volg mij als tekst. Wat was er daarvoor in vers 19? Dit. En vers 18. Petrus, je zult een keer je handen uitstrekken, want iemand anders zal ons uit elkaar trekken. En een ander zal je Godden brengen waar je niet wilt. En dat zei Jezus dat er dan, om aan te geven... ... ... ... Dat Peters met zijn marteldood Jezus verheerlijken zou. Dat Peter zijn kruisdood te wachten stond om zo zijn Jezus te verheerlijken. Over beproeving gesproken. Over jezelf moeten verlogenen gesproken, over kruisdragen gesproken. [01:07:13]

Eén ding weten we wel. Als volgen ooit in je leven zwaar valt en zwaar wordt. Dan kent Jezus jou. Nou, want de Goede Herder kent zijn schapen. Hij kent zijn volgelingen. En als medelijdende hogepriester komt hij zijn volgelingen te hulp. Hij is zelf in alle dingen verzocht geweest. Zonder ooit te zondigen. Maar hij weet wat het is om beproefd, gekastijd, vervolgd, beangst gemaakt te worden. En in alle beproevingen weet je op precies de juiste tijd te smelden en te geven. Wat je nodig hebt aan woorden, aan mens, aan kracht, aan invloed van zijn geest. [01:07:39]

Hij brengt je door de beproevingen heen. Hij zegt het toch. Niemand zal mijn schapen uit mijn hand rukken. Ik heb voor u gebeden. Ja, je bent zelf ook, maar veel meer is waard. Ik heb voor u gebeden. Dat uw geloof niet zal ophouden. Vader, ik wil dat waar ik ben ook zij zijn zullen. Hij brengt je door het kruis naar de kroon. Door lijden tot heerlijkheid. Door strijd voert hij je de overwinning binnen. Influencers laten hun volgers in de steek. Maar Jezus brengt zijn volgelingen thuis. Amen. [01:08:09]

Ask a question about this sermon