De Genade en Waarheid van God in Christus

Devotional

Sermon Summary

Sermon Clips


De Heer Jezus heeft deze wetgemeente zelf volkomen vervuld. Op de laatste titel in Jota toe. Hij heeft ook voor ons samengevat met deze woorden. Gij zult lief hebben, de Heer, uw God, met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Dit is het eerste en het grote gebod. En het tweede, wat dit gelijk is, gij zult uw naaste lief hebben als uzelf. Met deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten. [00:23:27]

Heren, trouwe God en Vader in de Heer Jezus Christus. Wat bent u goed voor ons dat wij mogen komen in uw huis onder de bediening van het woord. We elkaar hier mogen het moeten of thuis mogen meeluisteren via de livestream. We mogen mij kijken via de moderne middelen om samen te horen wat u ons te zeggen heeft. Heer, dat u keer op keer naar ons afdaalt. Ons uw woord schenkt, uw openbaring. Wat is dat groot? [00:26:16]

De heren nu kwam nederwaarts in een wolk en stelde zich al daar bij hem. En hij, en is dan de heren, riep uit de naam des heren. Als nu de heren voor zijn aangezicht voorbij ging, zo riep hij, Heren, heren, heren, God, warmhartig en genadig, langmoedig en groot van weldadigheid en waarheid. Die de weldadigheid bewaart aan vele duizenden. Die de ongerechtigheid over treding en zonden vergeeft. [00:34:28]

En het woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond. En wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de enige borne van de Vader, vol van genade en waarheid. Johannes getuigde hem en heeft geroepen en zegde, deze was het van welk ik zei, je tot mij komt, is voor mij geworden, want hij was eerder dan ik. Uit zijn volheid hebben we alle ontvangen ook genade voor genade. [00:37:27]

Dat we zeggen, toen daarop horen heb, gaf de heren zijn wet aan Mozes, aan het volk Israël, door Mozes heen. Zijn wetten, zijn onderwijs, zijn openbaring. God leerde hoe zijn volk voor hem moest leven. God gaf gemeenten zeg maar, levensrichting. Juist leven voor een goed leven. En dan vraagt op een bepaald ogenblik Mozes aan de heren, toon mij nu uw heerlijkheid. [00:51:52]

De wet is door Mozes gegeven. Hij was in de tijd van het Oude Testament degene die tussen God en het volk Israël instond. De middelaar, zeg maar, in die tijd. Die wat hij van leren kreeg, mocht doorgeven aan het volk van Israël. Wie dier is, hoe hij is, dat hij barmhartig is, langmoedig, groot van weldadigheid en waarheid. En Mozes, nou, dat is zijn heerlijkheid van God. [00:54:22]

De genade en waarheid waren niet zomaar een paar woorden alleen. Maar gemeente die werden in hem werkelijkheid. In hem, in het kind in de kribbe. Die zijn in het vlees gekomen. Die zijn vlees geworden. Die kregen in hem gemeente echt bestaan op aarde. Op deze wereld. En dat maakt bij hem nu juist zijn heerlijkheid uit. Mozes kon de heerlijkheid van God niet zien. [01:02:27]

Johannes 5 staat, vers 19, de zoon kan niets van zichzelf doen, tenzij hij de vader dat ziet doen. Want zoon wat die doet, doet de zoon desgelijks, de eenheid van de vader en de zoon elkaar, op aarde, volmaakt, geleefd, gemeente, de wet vervuld, als zoon van de vader, volmaakt. Maar ook het vervolg, als wij kijken naar Golgotha, als hij daar zijn leven priesterlijk offert aan het kruis, als we daar gemeente Gods waarheid zien schitteren, die de schuldige niet onschuldig houdt, Gods waarheid. [01:10:27]

Dat doet de heilige geest. Die neemt het uit de volheid van Christus, hij verkondigt het ons. Hij schenkt het aan de mens. Nou, hoe doet hij dat? Er zijn twee kanten aan. De ene kant is de kant van de wedergeboorte. Johannes zegt, die niet uit hun bloeden. Dan ga je de wilde eens vlees eens. Dan ga je de wilde eens mans. Maar uit God geboren zijn. [01:12:00]

Het geloof. Dat Gods geest werkt. Als antwoord. Op het gepredikte woord van de Heer. Er wordt gemeente, genade. In waarheid. Ons deel. Daardoor het geloof. Wordt het ons eigendom. En. En. Dat gemeente komt door middel van de prediking, door middel van het woord. Johannes schrijft ergens, deze dingen zijn geschreven opdat gij gelooft dat Jezus is de Christus en opdat gij gelovende het leven hebt in zijn naam. [01:15:47]

Maar ik weet hem altijd weer te leven van genade. Genade. Ja, altijd weer. Niet alleen één keer, maar telkens weer. Genade voor genade. Genade op genade. Dag in, dag uit. Altijd mijn leven gekenmerkt door de genade van de Heer. Altijd weer. Nooit iets in eigen kracht, maar altijd weer. Leven van wat Hij mij geeft. Dag in, dag uit. En van de doorwerking was een geest in mijn binnenste. [01:17:39]

Ik loop nooit de vrees bij de Heer aan. Echt nooit. Zeker niet. Alles genade. Echte, pure, heerlijke, wonderlijke genade. Genade voor genade. Uit zijn volheid. Want bij hem is zoveel te krijgen. Dat kan wel voor iedereen. Amen. Dank u wel. [01:19:23]

Ask a question about this sermon